"We pakken het bij de wortel aan!"
Afgelopen jaar zette Odin zich, samen met andere partijen in de biobranche, in tegen de deregulering van gentech in de landbouw. De Europese Raad moet nog definitief beslissen of deze deregulering doorgaat. Wel kregen we voor elkaar dat als de deregulering doorgaat en er zou gentech in een product zitten, dat dit op het etiket vermeld moet staan. Odin wil sowieso geen gentech in zijn boodschappen. We willen juist een grote diversiteit aan gewassen op het land en op het bord die zoveel mogelijk volgens natuurlijke principes tot stand komen.
Helaas is de biosector grotendeels afhankelijk van F1-hybride rassen van de grote zaadleveranciers. Daarnaast hebben deze leveranciers aangegeven dat wanneer de versoepeling van de gentechregels doorgaat, zij ook voor de biologische teelt met gentech willen werken. Extra reden voor Odin om te kijken hoe we de onafhankelijke biologische zaadvaste veredeling kunnen stimuleren. Ik spreek met Odin directeur Merle Koomans van den Dries en emeritus hoogleraar biologische plantenveredeling Edith Lammerts van Bueren over de plannen.
Steeds grotere invloed gentech en hybridisatie
”De huidige veredeling van onze voedselgewassen is ontaard geraakt en wordt steeds kapitaalsintensiever door de steeds grotere invloed van technieken als gentech. En dat is al begonnen met de F1-hybriden” vindt Edith. “Planten zo veranderen dat nateelt met zelfgewonnen zaad moeilijk of onmogelijk wordt, staat voorop en dat zet een rem op diversiteit. En dat terwijl we voor een gezonde landbouw en voeding juist een grote diversiteit aan gewassen nodig hebben.”
Samenwerken aan biologische veredeling
“Ook in de biosector dreigt die diversiteit verloren te gaan. Kijk bijvoorbeeld naar de wortels. Ruim 80% van de wortels komt van slechts één F1-hybride wortelras. Vroeger had iedere streek zijn eigen rassen, die niet alleen aangepast waren aan de lokale omstandigheden, maar ook in smaak, kleur en vorm verschilden. Denk aan de vroegere Walcherse Kogelboon of de Friese Gele Woudboon.”
“Om de diversiteit weer terug te krijgen en te voorkomen dat er gentech in biogewassen komt, moet de veredeling anders georganiseerd worden. Dat kan het beste met vrije, zaadvaste rassen. Dan moeten er wel voldoende partners in de keten achter staan. Ik ben blij dat Odin zich daar hard voor maakt.”
“We willen de veredeling echt deel uit laten maken van de biologische voedselketen”, zegt Merle. “Ook de consument kan helpen, bijvoorbeeld door mee te doen aan smaaktesten om de beste rassen te selecteren. Uit die keten moet sowieso een vaste geldstroom komen voor de boerenveredelaars, zodat ze aan de ontwikkeling van vrije, robuuste en gentechvrije rassen kunnen werken.”
Zelf financieren
Merle: “Veredeling duurt jaren en je weet nooit zeker of er goede rassen uit komen. Daarom kan veredeling eigenlijk geen economisch verdienmodel zijn. Dat is het nu helaas wel. De uitdaging is om het daar weer uit te halen.”
Edith: “We gaan nu uit van twee werkgroepen: een die zich bezighoudt met gewassen die verbeterd moeten worden. De andere denkt mee over de financiering. We willen een vaste geldstroom waaraan iedere partner bijdraagt. Daarom zijn wij met de IONA Stichting en kunstenaar Claudy Jongstra het fonds New Definitions begonnen dat veredelingsprojecten ondersteunt. We hopen dat andere partijen ook bijdragen.”
Vliegende start biologische veredeling
Merle: “We organiseren op 23 oktober een avond voor Odin leden over onze plannen, waarbij mensen zaadvaste gewassen kunnen proeven. Daarna willen we een avond voor professionals. En we gaan kijken hoe we zaadvaste gewassen zichtbaarder kunnen maken in de winkel.”
Edith: “Gelukkig kunnen we een vliegende start maken omdat Edwin Nuijten van Stichting Zaadgoed voor drie jaar een veredelingsproject voor wortels en uien gefinancierd heeft gekregen. Dit zijn urgente gewassen waarvoor de biosector compleet afhankelijk is van f1-hybride soorten. Na die drie jaar moet er financiering van elders komen, dus daar kunnen wij op inspringen.”
*Foto: Marieke Berkhout