De Aziatische hoornaar is een nieuwe uitdaging voor honingbijen en andere insecten in ons land, naast bestrijdingsmiddelen, de Varroamijt, klimaatverandering en het verdwijnen van bloeiende planten.
Er is in Nederland nog weinig bekend over hoe we honingbijen tegen deze exoot kunnen beschermen. De Odin-imkerij doet zelf onderzoek en kwam op een paar praktische oplossingen en tips uit, die imkers kunnen helpen hun bijen te beschermen.
De Aziatische hoornaar is een wespensoort die vanuit Zuidoost-Azië naar Europa is gekomen en vanuit het zuiden Nederland intrekt. Net als de Europese hoornaar is hij een roofdier onder de insecten. Zo’n 30% van zijn voedsel bestaat uit honingbijen; de overige 70% zijn hommels, solitaire bijen en andere insecten. Hij eet ze niet zelf op, maar gebruikt ze als voer voor de larven in zijn nest. Aangezien de Aziatische hoornaar nog geen natuurlijke vijanden heeft, gaat de verspreiding erg snel.
De Aziatische hoornaar vormt een bedreiging voor insecten omdat deze invasieve exoot een jaagmethode heeft waar onze insecten nog niet op aangepast zijn. Van imkers horen we verhalen over de vele honingbijen die gevangen worden door de hoornaars. Zwakke bijenvolken, of volken dichtbij een nest van Aziatische hoornaars, kunnen hierdoor sterven. Aziatische hoornaars vormen daardoor een extra bedreiging van honingbijen, naast de Varroamijt, bestrijdingsmiddelen, klimaatverandering en het verdwijnen van de natuurlijke leefomgeving.
De meeste imkers bestrijden de Aziatische hoornaar door de koninginnen te vangen en te doden, en nesten te verwijderen. Iedere dode koningin start geen nest, en ieder verwijderd nest verlicht direct de druk op honingbijen. Echter, de toename van Aziatische hoornaars gaat dusdanig snel dat het dweilen met de kraan open is. Daarnaast is deze manier van bestrijden duur en tijdrovend, omdat de nesten vaak hoog in bomen zitten.
Er is nog weinig bekend over het gedrag van de Aziatische en Europese hoornaar en hoe de honingbijen hierop reageren. De afgelopen weken hebben de boeren en imkers van de Odin-imkerij het gedrag van hoornaars en bijen bij de bijenkasten op een aantal locaties in Brabant en Lelystad bestudeerd. Door hindernissen bij de kasten aan te brengen, hebben we geprobeerd de hoornaars te belemmeren in hun jaaggedrag en hogere overlevingskansen voor de bijen te krijgen.
In het veld lijkt het jaaggedrag op dat van de Europeese hoornaar. Ze vliegen tussen bloemen door en vangen insecten. Bij bijenkasten proberen ze vlak voor de ingang van de kast aanvliegende bijen te vangen. Sterke volken beschermen het vlieggat met verdedigende bijen. Hoornaars testen soms of het vlieggat goed verdedigd wordt en gaan naar binnen als de verdediging zwak is.
Hoe honingbijen zich verdedigen hangt onder meer af van de vorm van het vlieggat in de kast. Honingbijen vormen een uitpuilende bol van verdedigende bijen in een rond vlieggat zonder vliegplank. Wanneer het vlieggat een spleet is met een vliegplank, zullen sterke volken met een grote groep op de vliegplank zitten om zich te verdedigen en de ingang te blokkeren. Aanvliegende bijen storten zich met relatief hoge snelheid tussen de verdedigende bijen en zijn zo snel veilig.
Sterke volken die zich goed kunnen verdedigen, zitten goed in het voer. Als de imker honing weghaalt in de tijd dat de hoornaars actief zijn (augustus t/m oktober), dan moeten de bijen zelf weer meer honing maken. Dit zorgt waarschijnlijk voor minder verdedigende bijen omdat die voorraden aan moeten vullen.
Als je een plant of plaat recht voor het vlieggat zet, dan stoort dit de hoornaar. De hoornaar moet jagen in plaats van opvangen en is minder succesvol. Wel moeten de bijen wat langzamer aanvliegen, waardoor ze soms toch nog gemakkelijk gepakt worden.
De truc is dus om te zorgen dat de bijen geen snelheid verliezen en de hoornaar niet recht voor het vlieggat kan jagen. Daarom is een vaste hindernis het succesvolst, zodat bijen kunnen leren hoe ze daar omheen kunnen vliegen. Hierdoor kunnen ze met zo hoog mogelijke snelheid invliegen en hebben hoornaars minder kans. We zien hierbij dat volken die niet meer vliegen uit angst voor de hoornaar, toch weer gaan vliegen.
Onze conclusie is dat je als imker moet zorgen voor sterke volken die veel honing en stuifmeel hebben. Sterke volken kunnen zichzelf beter verdedigen en hebben een hogere overlevingskans. Ook moet je als imker geen voor de bijen verzwakkende imkerhandelingen uitvoeren. Als de imker bijvoorbeeld zijn koninginnen selecteert op het voortbrengen van zachtaardige bijen, dan verwachten we dat deze eerder doelwit worden van hoornaars.
We adviseren om een vaste hindernis voor het vlieggat aan te brengen. Dit zorgt ervoor dat de Aziatische hoornaars gaan jagen zoals een Europese hoornaar. Ze zijn daardoor minder effectief en er worden minder bijen gepakt.
Ook zijn er andere mogelijkheden, zoals het werken met gaas voor de vliegopening waar bijen wel doorheen kunnen en hoornaars niet. Ook kunnen geurvallen voor de hoornaars wellicht uitkomst bieden.
Verder zijn in België en Frankrijk, waar al meer ervaring is met de Aziatische hoornaar, ook al verschillende oplossingen bedacht. De komende tijd gaat de Odin-imkerij deze aanpassen zodat ze voor bijenkorven en biodynamische kasten gebruikt kunnen worden. Ook gaan we op zoek naar Frans onderzoek over het effect van de Aziatische hoornaar op de biodiversiteit. Neemt het aantal insecten af door de hoornaar? Welke insecten worden gegeten? Worden er evenwichten in de natuur verstoord?
Ondertussen blijft het belangrijk om koninginnen van de Aziatische hoornaar te blijven vangen in voor- en najaar. Ieder nest minder is winst en het geeft insecten en imkers iets meer tijd om anticiperen.
We blijven samen met onze eigen imkers en andere imkers verder onderzoek doen. Heb jij tips of vragen? Geef ze aan ons door!
Opstelling met rieten matten. De hoornaar kan niet recht voor het vlieggat jagen waardoor de bijen meer aanvlieg mogelijkheden hebben. De hoornaar kan niet opvangen maar moet jagen. Hierdoor is het aantal gevangen bijen per minuut lager.
Opstelling met riet. De hoornaar kan niet voor het vlieggat vangen en moet gaan jagen. De bijen moeten tussen het riet door en hebben meer mogelijkheden om naar binnen te komen. De snelheid van de bijen is laag, daardoor vangt de hoornaar toch nog relatief veel bijen
Opstelling met gaas voor het vlieggat. Hoornaars kunnen niet door het gaas, de bijen wel. De Aziatische hoornaar gaat zich direct richten op de volgende bij als hij ze mist. Hij gaat niet naar het gaas om bijen te pakken. De Europeese hoornaar gaat juist jagen bij het gaas. Als een bij zich door het gaas wurmt, dan pakt de Europese hoornaar de bij (zie foto). Beter is om gaas aan de binnenkant van het vlieggat te doen.
Testopstelling om te voorkomen dat de hoornaar direct voor het vlieggat jaagt. Tegelijkertijd testen we de vliegsnelheid van de bijen op verschillende afstanden tot het vlieggat en de grootte van de schijf. De kast ernaast heeft een plant voor de vliegspleet. Hier testen we de afstand en hoogte van de plant en de snelheid van de bijen. Uiteindelijk willen we zo min mogelijk opgegeten bijen per minuut. Zie ook het filmpje.