-
-
-
-
Kokosnoten groeien in kokospalmen. Deze boom draagt dikke, groenachtige vruchten waarin de kokosnoot zit. Rond de kokosnoot zit een bruine, vezelige laag. Kokosnoten bestaan uit hard, wit vruchtvlees. Het vocht dat in de kokosnoot zit, is geen kokosmelk. Het is doorschijnend kokoswater, ook klapperwater genoemd. De echte kokosmelk (of klappermelk) ontstaat door het mengen van klapperwater met uitgeperst (of geraspt) vruchtvlees van de kokos. Kokosmelk heeft een witte kleur.
Hoor je het vocht klotsen, dan is de noot van goede kwaliteit.
Om een kokosnoot open te maken neem je een hamer en een grote spijker. Sla hiermee een gaatje in twee van de drie donkere plekken bovenop de noot. Je kunt dan het kokoswater eruit laten lopen in een glas. Een verse kokosnoot geeft je minstens één glas sap. Als alle sap eruit is sla je de spijker vlak naast één van de drie donkere plekken, totdat er een barst ontstaat. Sla dan steeds op een plekje in de barst zodat deze groter en langer wordt. Maak een heleboel kleine stukjes wat het makkelijker maakt om het vruchtvlees eruit te halen. Het witte vruchtvlees komt gemakkelijk los als je een mes tussen het bruine vel en het vruchtvlees zet.
Eenmaal geopend moet de kokosnoot binnen 2-3 dagen worden opgegeten. Bewaar de stukjes in een glazen pot in de koelkast.